Geniet optimaal van geurkaarsen, door de kaars op de juiste manier te verzorgen. Volg de 3 stappen elke keer dat je de kaars brandt. BURN & ENJOY
1. KNIP DE LONT
Knip de lont voor het aansteken altijd bij tot 5 mm en verwijder eventuele resten van de lont. Dit bevordert een gelijkmatige verbranding, een gelijkmatige vlam en beperkt het roeten/schroeien van de lont.
Wij adviseren de lont om de 4 branduren bij te knippen. Wanneer u de lont trimt, moet u altijd de vlam doven en de kaars op kamertemperatuur laten komen. Doe dit ook als de vlam te groot wordt.
2. BRAND DE KAARS
Kies wat je fijn vindt; lucifers of aan aansteker. Denk er altijd aan de lont kort te knippen voordat je de kaars aansteekt. Steek de lucifer aan en houd de vlam tegen de lont.
Als de vlam brandt, laat u de kaars branden. Kaarsen branden het best bij windstilte, maar als u tocht niet kunt vermijden, draai de kaars dan regelmatig om om ongelijkmatig branden en mogelijk instorten van de kaars te voorkomen. Een kaars in de tocht kan ook gaan roken.
3. HET DOVEN VAN DE KAARS
Gebruik een kaarsdover om de kaars te doven. Dat is veiliger dan uitblazen, waarbij vonken en hete wax in het rond kunnen vliegen en de lont kan blijven gloeien en rook afgeven.
Controleer de kaars gedoofd is.
Kun je een geheim bewaren?
Zorg dat tijdens het branden de wax over het gehele oppervlak naar de zijkanten van het glas is gesmolten (dit voorkomt tunneling, en zorgt voor een gelijkmatige verbranding voor de duur van het ‘leven’ van de kaars) Dit kan 2-4 uur duren. Hierna kunt u de kaars doven.
De wax is warm en zal de geur blijven verspreiden.